Mooie Beau



2001: huisarts: "U moet zich niet zo aanstellen, het is een gewone menstruatie".
2001: gynaecoloog: "Ik denk dat er niets aan de hand is, want als u zwanger zou zijn, dan had u niet zo kunnen functioneren als nu."
2001: na twee eerdere spoedopnamen in het ziekenhuis: "We gaan u toch maar opnemen, want iets klopt er niet." "Dat zei ik u al vanaf het begin, maar niemand gelooft mij!"

En dan, lig je in een ziekenhuisbed te wachten op een kijkoperatie terwijl je op 29 maart 2001 het nieuws bekijkt dat Zr. Majesteit Willem-Allexander en destijds Máxima Zorreguieta zich zojuist verloofd hebben.

De dag daarop bleek dat de artsen voor een raadsel stonden. Hoe was het mogelijk dat een jonge vrouw gewoon door kon werken, terwijl ze stikte van de pijn in haar buik en een gigantisch bloedverlies had? Dat ze het niet voor mogelijk hadden gehouden dat ze iets zouden vinden? Dat een huisarts had gezegd dat het een 'gewone menstruatie was', dat ze zich niet aan moest stellen?
Dit kon toch niet? Het kon wel. En het gebeurde dus ook dat ik voor de operatie op de kraamafdeling belandde van een ziekenhuis, tussen de net bevallen moeders en hun kindjes, omdat er geen plaats was voor zo'n 'uitzonderlijk geval' als ik.

Nou, dat 'uitzonderlijke geval' bleek een uitzondering te zijn op het medisch bewezen feit bij de diagnose 'buitenbaarmoederlijke zwangerschap' (EUG). Dus wel zwanger, maar het was noodzaak om mij te opereren. Het was ik of de embryo. En door de operatie en omdat ik niet geloofd werd vanwege mijn hoge pijngrens en mijn vermogen om me goed te kunnen verwoorden, heeft me dat bijna mijn leven gekost. Net als dat van mijn moeder. Die zich niet goed voelde, een dienstdoende huisarts uit Brouwershaven belde, waarop de man zei: "Hier kom ik mijn bed niet  voor uit, u klinkt normaal, gaat u maar slapen, neem maar een paracetamol, morgen is het over en gaat het vast weer beter met u."

En het was over. Mijn moeder overleed op 9 mei 1998 in haar slaap, waarna mijn zusje haar dood aantrof in bed. Mijn mama wilde zo graag oma worden, maar ik grapte altijd van: 'Mam, ik kan je niks beloven, de tijd zal het leren.' De tijd heeft mij er niet onder gekregen. Ik was 26 toen zij overleed. Maar de tijd bracht mij steeds meer het verlangen om ooit moeder te worden. Het enige dat ik wenste was om moeder te worden van een gezond kindje. Ik zou het op de wereld zetten om er gezond en weldenkend mens van te maken. De tijd speelde mij parten. 

Tijdens mijn operatie is een slagader geraakt, waardoor ik zeer veel bloed heb verloren en wat mij bijna mijn leven heeft gekost. Maar hey, ik leefde nog. Maar ik kan niet in woorden uitdrukken hoe het voelt om ontslagen te worden uit het ziekenhuis, in de wetenschap dat ik moeder had kunnen worden, zwanger het ziekenhuis in ging en zonder kindje naar buiten ging.

Want na de buitenbaarmoederlijke zwangerschap werd ik na een uitstrijkje gebeld door de doktersassistente. Het was niet goed. Ik bleek PAP-3 te hebben. Een voorstadium van baarmoederhalskanker. Ik wilde overleg met mijn huisarts maar die had geen tijd. Ik moest een afspraak maken en kon pas zes dagen later terecht voor een consult. Mondig was ik nog steeds. Ik heb hem netjes verteld dat ik het not-done vond dat een doktersassistente belt over een slechte uitslag, dat zij verder niets kon mededelen en dat ik vervolgens zes dagen moest wachten totdat er een keer tijd was op het spreekuur.

Een lange periode van narigheid volgde. Ik mocht absoluut niet zwanger raken. Controle op controle. Stamgast in het ziekenhuis, onderzoek na onderzoek heb ik ondergaan. De jaren verstreken en mijn wens was nog altijd niet vervuld. Op een nacht werd ik wakker van schrik. Het was net écht. Ik vroeg me af in mijn slaap of ik ooit nog moeder zou worden. Mijn moeder verscheen aan mijn bedrand en stelde me gerust. "Ja Kiekske, maak je maar geen zorgen. Je zult op een dag moeder worden van een zoon. Vertrouw op God." Totaal in de war vroeg ik haar: "Maar Mama, bestaat God dan écht?" "Ja Kiekske, en jij krijgt ooit een zoon." Ik heb die nacht geen oog dicht meer gedaan. 

De volgende ochtend vertelde ik dit aan mijn toenmalige echtgenoot. "Vertrouw op God, Mama was vannacht hier, we krijgen ooit nog een zoon." Hij verklaarde me voor gek. En na tal van onderzoeken, had ik bijna de hoop opgegeven om ooit nog moeder te worden. Ik dacht: "Ik ben ook gelukkig zonder kind, dus als het nu niet lukt om zwanger te raken, dan leg ik me daarbij neer."

En precies op de zesde sterfdag van mijn moeder, 9 mei 2004 deed ik een laatste zwangerschapstest. Twee streepjes. Ik kon het niet geloven. De dag daarna kreeg ik te horen dat ik wederom in stadium 3 van PAP was beland. En ik mocht niet zwanger raken. "Ja maar", stamelde ik, "ik denk dat ik zwanger ben!". En ik bleek inderdaad zwanger te zijn. Men wilde mij nog onderzoeken en allerlei testen en ingrepen doen, maar dat wilde ik niet. Ik wilde niks doen om de baby in gevaar te brengen. Vroeg zelfs om een andere gynaecoloog, die ik gelukkig ook kreeg.

"Mevrouw u bent 100% zwanger, dus we gaan geen ingrepen doen. Dat gaan we wel doen zodra u bent bevallen, maar het is nu noodzaak om ervoor te zorgen dat de baby veilig blijft." En hoe verrassend, we gingen voor een pretecho. Ik hoopte altijd dat ik een meisje zou krijgen, maar de echoscopist vertelde ons dat ze een jongetje zag, inclusief scrotum. Ik begon te huilen. Ik wilde zo graag moeder worden van een meisje, waarop ze zei: "Mevrouw, het kan altijd zijn dat ik ernaast zit, dus geen tranen alstublieft, er is nog hoop." In mijn boosheid en teleurstelling antwoordde ik: "Heeft u ooit een meisje gezien met een scrotum? Met ballen? Ik krijg gewoon een jongen als kind!" Al stotterend en stamelend keek ze me aan. Teleurgesteld verliet ik de praktijk. Voor tien minuten. Ik dacht terug aan het moment dat mijn moeder aan mijn bed verscheen en me vertelde dat het goed zou komen. Dat ik moest vertrouwen op God en dat ik een zoon zou krijgen.

Diezelfde middag ben ik gaan winkelen. Vervuld van blijdschap en dankbaarheid en ik heb me scheel gekocht aan jongenskleertjes. Wauw! Ik zou moeder worden van een zoon. Het kon me totaal niet meer schelen of het nou een jongen of een meisje zou worden. Ik zou moeder worden. Het doel dat ik voor ogen had was nog altijd hetzelfde: een gezond kindje op de wereld zetten en overleven.

Tegen het eind van mijn zwangerschap was ik 30 kilo aangekomen. Ik kon niet meer lopen van de pijn in mijn rug. Ik belde mijn huisarts, die me mededeelde dat ik maar op een tuinstoel moest gaan zitten en afwachten tot de weeën zich aan zouden dienen. Tot op de dag van vandaag vind ik die huisarts nog steeds een l.l. Ik nam geen genoegen met diens antwoord, belde mijn gynaecoloog en werd acuut opgenomen in het ziekenhuis. Hij vond het goed dat ik hem gebeld had, want ik kon niets meer.

Na twee dagen werd ik ontslagen uit het ziekenhuis. Ik kon weer een beetje lopen, maar moest terugkomen bij de gynaecoloog. "Ik wil dat u morgenochtend om 7 uur hier bent en als het een beetje meezit, heeft u morgenmiddag rond half vier een kind." Ik stemde in.

Op 20 januari 2005 werd ik om 7 uur 's ochtends opgenomen in het ziekenhuis en kreeg ik een of ander goedje ingebracht om de weeën op te wekken. Met een zeikende broeder aan mijn bed waarom ik geen borstvoeding wilde geven. "Luister, ik ben hier om te bevallen, bespaar me je gepreek alsjeblieft!" De toon was gezet voor die dag. Ik kreeg een ruggenprik, die verkeerd geplaatst werd dus het moest over. Een hel.

Terwijl ik daar lag te wachten op de bevalling, kwam een personeelslid vragen of ik een boterhammetje wilde. "Nee", schudde ik met mijn hoofd. "Ja maar je moet toch wat eten?", drong ze aan. Weer schudde ik van niet. "Ja maar een 'botterhammetjie' is goed voor je". 'Mens, flikker op, ik lig hier te bevallen!', dacht ik. Gelukkig greep mijn echtgenoot in. "Mevrouw, mijn vrouw ligt te bevallen, ze hoeft echt niets."

Even later ging het mis. Het hartje stopte met kloppen. Ik ben nog nooit zo bang in mijn leven geweest als toen. Alle alarmbellen rinkelden. "Haar nagellak moet eraf!", hoorde ik één van de artsen zeggen. 'WTF? ik ga geopereerd worden!', dacht ik. "Mag ik uw hand vasthouden? Ik ben bang!", vroeg ik aan de dienstdoend gynaecoloog. Dat mocht. Tot op de dag van vandaag ben ik haar dankbaar. Niet veel later riep ze: "Hij doet het! Het hart is weer op gang!". En "Het komt goed mevrouw, het komt goed!" En weer dacht ik terug aan de verschijning van mijn moeder aan mijn bed. Ik wist 100% zeker dat ik een zoon zou krijgen. Ik vertrouwde daarop.

Een paar uur later drongen de persweeën zich aan. Mij was verteld dat ik niks mocht doen, maar direct hulp in moest roepen als het zover was. Wat denk je? Het was zover. Ik dirigeerde mijn toenmalige echtgenoot naar de gang, want het was koffiepauze. Toen hij terugkwam zei hij: "Ze kunnen niet komen, want het is pauze." Ik zal niet herhalen wat ik toen heb geantwoord, maar ik stuurde hem terug naar de gang, ik hield het niet meer.

"Oei mevrouw, we moeten nu echt haast maken, want dit kan echt niet meer!". 'Nee dokter, dat wist ik al!', dacht ik. Praten kon ik niet meer. Na twee persweeën was het zover. Op 20 januari 2005 om 15.21 uur werd hij geboren. Onze zoon, mijn zoon. Opluchting? Nee, want hij gaf geen krimp. Maar na een paar flinke tikken hoorde ik een babykreetje. 'Hij leeft! Ik heb een kind, een zoon!'. Wat was ik blij en opgelucht!

Ik moest een nachtje blijven omdat ik te laat van de OK afkwam om naar huis te mogen. Maar HIJ lag naast me in zijn wiegje. Zijn naam? Beau Perkin. Beau staat voor het Engelse 'Beautiful' en 'Perkin' is een Engels koosnaampje voor 'Peter', vernoemd naar zijn vader. Hij huilde constant, behalve als ik hem in mijn armen had. Ik heb geen oog dicht gedaan die nacht maar ik heb me nooit meer zo gelukkig gevoeld als toen. Zoveel liefde, zoveel puurheid, zo zuiver, vanuit het hart. Ik en mijn kind, ik wist dat dit 'meant to be was'.

Dat ik geen prijs stelde op een beleefd kraambezoekje van mijn huisarts zal je niet verbazen. Maar van elke seconde heb ik van onze zoon genoten. Het gevaar was nog niet geweken want zes weken na de bevalling lag ik weer bij de gynaecoloog. Om de kwaadaardige cellen uit mijn baarmoederhals te verwijderen. Operatie geslaagd, het leven leek me toe te lachen.

Leek, want de vader van Beau had andere plannen. En zo gebeurde het dat ik van de een op de andere dag alleenstaande moeder werd. Behalve alle onzekerheden die ons boven het hoofd hingen wist ik twee dingen zeker: ik vertrouwde op de steun van het universum en dat ik het zou gaan redden met Beau.

En dat gebeurde. We hebben verschrikkelijke tijden gehad daarna. Zijn papa is (gelukkig voor Beau) altijd op de achtergrond aanwezig geweest, maar er kwam ook een bonuspapa op zijn pad. En daarmee kreeg ik ook een 'bonuskind'. Een kind dat net zo diep in mijn hart zit als mijn eigen kind. In tegenstelling tot wat in mijn boek staat, want ik heb bewust de kinderen weggelaten in mijn boek. Om hen te sparen, om hen te beschermen. De bonuspapa leeft niet meer. Net als andere dierbaren die zichzelf van het leven hebben beroofd in vijf jaar en vijf maanden tijd. Dat was voor mij al afgrijselijk, laat staan voor Beau. En de 'bonuspapa' was lief voor Beau, maar eiste ook dat hij hem 'papa' zou noemen en dat mijn bonuskind mij 'mama' zou noemen. Daar heb ik een stokje voor gestoken. Een kind heeft maar één papa en één mama en daar mag je nooit aan tornen. Dat heeft me drie dagen genegeerd worden door 'bonuspapa' opgeleverd,  maar ik hield voet bij stuk en heb 'gewonnen'. In het belang van en uit liefde voor de kinderen.

En toch, vandaag is de dag dat Beau officieel meerderjarig is. En we hopen allebei dat we 'mijn bonuskind' ooit nog een keer in het echt zullen zien. Want eenmaal in het hart blijf je in ons hart. Wie weet kunnen we ooit nog een verjaardag samen vieren, maar vandaag is het Beau zijn dag.

We vieren dat hij achttien wordt, dat hij een weldenkend en zelfstandig mens is. Mijn wens, mijn doel is bereikt, al zit mijn taak er nog niet op. Want moeder blijf je altijd. Ook als ik er op een goede dag niet meer zal zijn, voor altijd zal ik zijn moeder zijn en hij mijn zoon. Ik had me geen liever kind kunnen wensen. En dat het een jongen is geworden in plaats van een meisje, dat boeit me allang niet meer. Het hartje klopte en het zit op de goede plaats.

Lieve Beau, ik houd van je. Ik dank God op mijn blote knieën dat je in mijn leven bent gekomen en ik zou niks anders willen zijn dan jouw mama. Zonder verwachtingen, zonder eisen, dat je gewoon mag zijn in het nu. Om wie je bent, om hoe je bent, gewoon omdat je bestaat. Blijf zoals je bent. Eerlijk, weldenkend, respectvol tegenover anderen en tegenover jezelf. Ik ben een trotse mama en ik ben alleen maar dankbaar dat ik vandaag met jou je achttiende verjaardag mag vieren. En als ik er op een goede dag niet meer zal zijn, dan hoop ik dat ik je op weg heb mogen helpen met alles wat ik je tot nu toe heb geleerd en bij heb kunnen brengen. Net zoals ik van mijn mama heb geleerd. Opdat we de wereld een stukje mooier en beter kunnen maken. Een engel op aarde met een hart van goud voor iedereen. Dat ben jij. Dank je wel dat je in mijn leven bent.

Ondanks alle tegenslagen en factoren van buitenaf heb ik je niet de onbezorgde jeugd kunnen geven die ik ooit voor ogen had, maar dat zal onze les zijn in het leven. Je bent niet voor niets op mijn pad gekomen en ik op het jouwe. Ik houd van jou forever. Want ook ik heb van jou geleerd en daar ben ik je dankbaar voor.

Kinderen krijgen is een zegen, een geschenk uit de hemel. Ik mag je allang geen 'Beautje' meer noemen. Dat past ook niet bij je leeftijd, je lengte en je schoenmaat, maar voor mij blijf je voor altijd 'Beautje cadeautje', want dat ben jij. Een geschenk vanuit het universum dat ik in bruikleen heb mogen ontvangen.

Daarom ben ik dankbaar voor alles wat ik heb. Ik realiseer me terdege dat er mensen zijn met een kinderwens die nooit vervuld zal worden. Over de pijn die dat met zich mee kan brengen interviewde ik onlangs Alexandra Smith in mijn Mooie Mensen® Podcast en binnenkort verschijnt een interview van mij met Alexandra in Mijn Geheim. Over een paar weken komt een podcast online met  Merel de Groot, die dolgraag kinderen wil, maar die te horen kreeg dat ze het eind van 2022 niet zou halen. Ze is er nog en vecht voor haar leven. Wil je op de hoogte blijven? Abonneer je dan op mijn nieuwsbrief via deze link.


Een reactie posten

My Instagram

Copyright © Organisatiebureau KVPS