Wereldlichtjesdag 2024


Ze leeft nog. Steeds als ik papas werkkamer binnenloop is ze daar. Aan de wand achter hem, op de muur voor hem en aan de zijkant. Zijn hele werkruimte is behangen met foto´s van mijn overleden zusje Petra. Ze zal altijd 38 blijven.

Ik word weleens verdrietig als ik al jouw foto's zie en dan naar papa kijk. Die dapper doorgaat met zijn leven, maar die jou zo mist. Elke dag. "Gelukkig heb ik jou nog. Met jou kan ik praten over Peet, herinneringen ophalen". Dat doen we regelmatig lieve Peet. 

Ik weet dat je niet anders kon en ik geloof dat je hier op aarde nooit je rust zou  hebben gevonden. Ik weet ook dat je je niet hebt gerealiseerd hoe je het leven van velen en vooral dat van papa volledig op zijn kop hebt gezet, die ene dag in juni 2013. Ik ben ervan overtuigd dat je nu wel je rust hebt gevonden en dat je bij mama bent. En dat je omringd bent door al jouw 'hondjes', zoals je ze altijd noemde. 

Toen ik nog leefde heb ik je losgelaten uit liefde. Jij had met mij een haat-liefde verhouding, ik hield van jou met heel mijn hart. En nog. Als je weer eens ergens in therapie ging en de diagnose 'borderline' werd gesteld, dan rende je weg zo hard als dat je kon. Dan deugde de therapeut niet, hadden ze geen verstand van zaken en lag het allemaal aan de instelling. Vervolgens ging het weer een tijdje goed, totdat je weer een andere hulpverlener had gevonden die jou nu écht kon helpen. Maar ook dat eindige steeds in teleurstelling voor jou. Wéér de diagnose borderline en wéér een stelletje therapeuten die het verprutst hadden.... 

Lieve Peet, het lag niet aan hen. Je kon vreselijk lief zijn, maar je had ook je buien. Vanuit het niks kon je ruziemaken, de telefoon erop smijten en dan drie weken later vrolijk bellen om te vragen hoe het met me ging. Alsof er niets gebeurd was, niets aan de hand was. En ik? Ik ging erin mee. Uit liefde. Want ik had inmiddels geleerd hoe ik om moest gaan met borderline-patiënten. Zodat het mij geen pijn meer zou doen als jij weer eens één van je buien had. 

(tekst gaat verder onder de foto)

(Petra en ik, 1991)

Op een dag ging je te ver. Ik was net moeder geworden en in mijn eigen huis bombardeerde je me weer met tal val vloeken en scheldwoorden. Waarop ik je zei: "Peet, je mag boos zijn, maar wil je een beetje rekening houden met het feit dat jouw kleine neefje hierboven ligt te slapen? Ik wil niet dat hij dit allemaal meekrijgt." Onder luid getier stormde je weg. Ik had een k.tkind en je was niet van plan om daar rekening mee te houden. Bovendien was ik volgens jou toch een kreng van een moeder. 

Ik liet je gaan. Het was weer zo'n moment waarop enig normaal gesprek met jou niet mogelijk was. Wel heb ik je laten weten dat ik voor jou de deur nooit dicht zou slaan, dat deze altijd open zou blijven staan.  

Ik heb het je nooit kwalijk genomen. Ook niet toen je de as van mama samen met je toenmalige vriendje had uitgestrooid. Zonder mij ook maar iets te laten weten. Ja, achteraf deelde je me dat mede. Ik wist dat als ik erover zou beginnen, dat je weer de boel op stelten zou zetten. Ik koos voor vrede.

Toen jouw dierbare Kanjer overleed stuurde ik je een bos bloemen. Huilend belde je me op. Ik was de enige die daar bij stil had gestaan, die aan je dacht. Ik was de allerliefste zus van de hele wereld. Oké, je had er maar één, maar ik wist als geen ander hoe sterk jouw band met Kanjer was. Kanjer, de kruising Herder/Rottweiler, voor wie ik zo vaak gezorgd heb toen jij weer eens voor langere tijd opgenomen was. 

(tekst gaat verder onder de foto)


Dan de momenten waarop jij het moeilijk had en in je eentje in Rotterdam zat. Wie belde je middenin de nacht met de vraag om even naar je toe te komen? Mij, en daar ging ik weer. In de tijd dat er vrijwel nog geen snelheidscamera's waren stond ik vanuit Renesse binnen no-time bij je. Soms bleef ik een nachtje slapen, hielp je met je flatje schoonmaken en opruimen en kocht boodschappen voor je. Of ik trakteerde je op een avondje bios voor de film die je zo graag wilde zien. Waarvan je achteraf zei dat het de slechtste film was die je ooit had gezien. Ik liet je maar, wist dat het poging nummer 128 was om ruzie te zoeken.

Jouw dood kwam keihard binnen bij iedereen om je heen. Ook bij mij. De nacht daarvoor besloot ik voor het eerst om mijn telefoon eens op stil te zetten en toen ik ontwaakte zag ik tal van gemiste oproepen van papa. Ik dacht dat er met hem wat aan de hand was, maar tot mijn grote schrik kreeg ik te horen dat jij niet meer in leven was. Datgene waar we altijd bang voor waren geweest was gebeurd. Jouw 'cry for help'* was nu werkelijkheid geworden.

Papa was gebroken. Hij wilde naar je toekomen, maar je wist hem ervan te overtuigen dat dat niet nodig was. Je ging immers een avondje op stap met vrienden en beloofde hem dat je jezelf niks aan zou doen. Lieve Peet, je wilt niet weten hoe schuldig papa zich nog altijd voelt over het feit dat hij naar je geluisterd heeft. Maar ik denk dat papa, niemand, jou tegen had kunnen houden. Dat probeer ik hem zo nu en dan nog uit te leggen en dan schiet hij weer vol.

De dagen na jouw dood waren een hel. Ik weet nog dat ik met papa bij jouw kist stond en dat hij zei: "Het is fout, ik had hier moeten liggen, niet jij, niet jij ...". Mijn hart brak, nooit eerder had ik hem zo verdrietig gezien. Dat moment staat voorgoed op mijn netvlies gebrand.

Ik ondervond na jouw overlijden dat je niet alleen lelijk hebt gedaan tegen mij, maar ook tegenover anderen kwaad over mij hebt gesproken. Mensen die ik al 20 jaar of langer kende, die me negeerden tijdens jouw afscheidsdienst. Familieleden die me weigerden te condoleren, die zich hardop afvroegen wat ik deed bij jouw afscheid. Ik neem het hen niet kwalijk. Ik weet hoe innemend en overtuigend je kon zijn, maar dat het zo verdrietig was, dat had ik nooit kunnen bedenken. Het was papa die erop stond dat ik aanwezig was bij jouw uitvaart, die vond dat ik op rij één hoorde te zitten in de kerk. Juist omdat hij weet dat ik zoveel voor je gedaan heb bij leven om jou te helpen en te steunen waar ik kon. Wat moet je je leeg en eenzaam hebben gevoeld al die jaren. Nooit goed genoeg volgens jou, terwijl je zo lief kon zijn en potentieel had.  

Zo kwam ik er ook achter na jouw dood, dat je leugens over mij had verspreid na mijn buikoperatie. De dag dat ik uit het ziekenhuis kwam was je er voor mij en hebt mijn strijk gedaan. Zo lief! Twee dagen later zouden we een familiereünie hebben van mamas kant. Dat ik door mijn operatie niet naar de reünie kon gaan was logisch. Ik had veel napijn, moest rusten en mocht niks doen. Achteraf kwam uit dat jij destijds de familie had verteld dat ik gewoon geen zin had om naar de reünie te komen en dat ik een aansteller was. Dat een aantal familieleden jouw leugens geloofde vond ik toen heel erg en pijnlijk. Maar ik weet hoe goed jij een grote glimlach op kon zetten en met volle overtuiging een boodschap over kon brengen, al dan niet waar. De reden dat ik het deze familieleden niet kwalijk neem, zie ik als een gebrek van hun kant, ik maak me er niet meer druk om. Tegelijkertijd heeft het me rust gegeven. Ik hoef me niet meer bezig te houden met hen, en heb hen losgelaten uit liefde. Het is goed zo. Vergeving is een groot goed.

Na jouw dood ben ik me nog verder gaan verdiepen in het onderwerp 'borderline', alsook de 'zelfverkozen dood'. Dat laatste heeft me gesterkt in mijn verlies en verdriet, toen ik drie jaar daarna mijn partner plotseling verloor. Dit keer door suïcide*. Mijn partner, tevens een kind van ouders, familielid en dierbare van anderen. 

Ik meen ook te weten waardoor jouw borderline is ontstaan. Dat valt niemand aan te rekenen. Papa werkte keihard, studeerde daarnaast en mama was er altijd voor ons. Dat je geboren werd als huilbaby en drie jaar lang hebt gehuild ... ik denk dat het voor mama teveel is geworden. Ze liep op de toppen van haar tenen en wist zich geen raad met een kindje wat altijd huilde. En dan haar moeder waarbij ze nooit iets goeds kon doen en die voortdurend een beroep op haar deed om te helpen en bij te springen, die over mamas grenzen heenging. En mama, de lieve schat die iedereen wilde pleasen.

(tekst gaat verder onder de foto)

(Petra en ik, 1975)

Eindelijk toen jouw amandelen werden geknipt stopte het huilen. Wat een zegen. Wat een contrast met mij als eerste dochter, waar mama geen zorgen om had. Ik luisterde, was vrolijk, kon mezelf altijd goed vermaken en deed nooit gekke dingen. Was zoet met mijn barbiepoppen en was de Pippie Langkous in huis.

Jij daarentegen groeide op als een zelfverkozen straatschoffie. Je trok overal belletje, bouwde hutten, klom in bomen, zag eruit als een jongen en bracht tal van zieke egels, vogels, katten en kikkers mee naar huis. En als er iemand gewond raakte, of een arm brak, dan was jij het. Daar waar ik altijd netjes mijn schoenen veegde, banjerde jij gewoon naar binnen met je paardrijlaarzen. In de tijd dat mama op kantoor werkte bij papa, was ik het dan die je verzorgde en de hulptroepen inschakelde en jou troostte. Ik weet nog dat ik je oorbellen gauw in mijn zak moest doen zodat je mee kon doen aan een voetbaltoernooi dat alleen bedoeld was voor jongens. En o wee als ik jou dan 'Petra' noemde. Ik mocht je alleen 'Peter' noemen die dag en je kwam ermee weg, scoorde ook nog. 

(tekst gaat verder onder de foto)

(Ik en Petra, 1979)

Ik neem papa niet kwalijk dat hij er alles voor over had om ervoor te zorgen dat zijn gezin het goed had. Ik neem het mama niet kwalijk dat ze het niet aankon toen jij nog zo klein was. Ik denk wel dat er daardoor een hechtingsprobleem is ontstaan tussen moeder en kind. Iets wat mogelijk allesbepalend is geweest voor de rest van jouw leven.

'Over de doden niks dan goeds', zegt papa altijd. Daar ben ik het gedeeltelijk mee eens. Bij leven heb je me veel verdriet gedaan en heb ik altijd voor je klaargestaan en voor je gezorgd. Ook op de momenten dat mama gebukt ging onder helse rugpijnen en letterlijk gevloerd was. Onbedoeld heb je papa en mama ook veel zorgen gebaard. Dat had ik ze zo graag anders gegund lieve Peet.  

De mooie dingen overheersen. De lol die we samen hebben gehad, de gekke fratsen die je uithaalde, de clown die je af en toe uithing, je humor, je snelle denken en woordgrappen. En ook hoe lief en grappig je was voor mijn 'k.tkind', terwijl je al dansend met hem door de kamer zwierde en hem knuffelde van top tot teen. Hoe snel je naast mijn ziekenhuisbed zat toen hij nog maar net een paar uurtjes oud was. Hoe blij je voor me was dat ik eindelijk moeder was geworden en jij een trotse tante. Hoe dankbaar je was dat ik op zondagochtend in alle vroegte naar Zeeland reed omdat geen van jouw vrienden kwam opdagen om je te helpen met het verven van je muren. Die moesten af voordat de vloerbedekking de volgende dag werd gelegd. We fixten het samen. 

(tekst gaat verder onder de foto)

(Petra en ik, 1976)

Zo kan ik nog wel even doorgaan. En zo heeft iedereen een verhaal over een overleden kind. Je was niet alleen mijn zus, maar je blijft altijd mijn zus. En papas kind, ook al ben je niet meer fysiek bij ons, we denken nog altijd aan je. Papa gelooft niet in themadagen als 'Wereldlichtjesdag'. Misschien is het zijn leeftijd of zijn nuchterheid, geen idee. Ik wil daar wel graag bij stilstaan.

Want elke tweede zondag in december is het wereldwijd lichtjesdag. Een dag om stil te staan bij alle overleden kinderen en hun ouders. Vanavond om 19.00 uur brand ik daarom een kaarsje voor jou. En voor andere kinderen, want wereldwijd zijn er veel ouders die een kind verloren hebben. Ik kom ze ook tegen in mijn rouwcoachingspraktijk. Ik weet niet hoe het voelt, maar ik kan het me zo goed voorstellen, me zo goed inleven in hun gevoelens. Iedere ouder gaat daar op zijn eigen manier mee om.  

Hoe mooi is het om vanavond om 19.00 uur een kaarsje aan te steken voor overleden kinderen? Laten we massaal het licht laten branden en het universum insturen. En Peet, ik zal altijd van je blijven houden. Ik heb je vanuit mijn hart vergeven voor alles. Voor zowel de keuzes die je hebt gemaakt in je leven als de pijn die je niet alleen mij, maar ook andere mensen hebt bezorgd. En voor de vreugde die je hebt gebracht op aarde. Aan mij, aan papa en mana, anderen en niet te vergeten, aan alle dieren. 

Jij bent nu in de hemel, ik ben hier en ik ben van plan om hier nog wel een hele poos te blijven, maar in onze harten leef je voor altijd voort. Gone but not forgotten lieve Peet. En tegen alle ouders die een kind zijn verloren, zou ik willen zeggen:


"Onthoud dat iemand pas écht dood is als niemand meer aan hem denkt".


Wil je ook een digitaal wenskaarsje aansteken?
Doe dat dan via deze link.


*Belangrijke noot:

Heb je suïcidale gedachten of hulp nodig? Aarzel niet en neem contact op met de hulplijnen!

Voor Nederland:

Praten over zelfmoordgedachten kan anoniem, en 24 uur per dag. Chat via: www.113.nl, bel 113 of bel gratis 0800-0113.

Voor België:

Denk je aan zelfmoord en heb je nood aan een gesprek, dan kan je gratis** en anoniem bellen met de Zelfmoordlijn op het nummer 1813 of chatten en mailen via www.zelfmoord1813.be (24/7)

(**Gesprekken zijn enkel gratis vanuit België)

 


 

 

Een reactie posten

My Instagram

Copyright © Organisatiebureau KVPS