Me groothouden, rechtop staan, met een kinderhandje in de mijne. "Knijp maar in mijn hand als je het eng vindt", zei ik nog. Mijn hand werd fijngeknepen.
Een ellenlange erehaag van mensen. Muziek, bemoedigende woorden, beeldschone bloemen op deze gitzwarte dag bijna negen jaar geleden. Mijn speech voorbereid, kleine man wilde ook wat zeggen. Trots op hem en tranen. Veel tranen.
En na het afscheid stonden we daar voor zijn kist in een lege zaal. Het kinderstemmetje naast mij zei: "Ik zal altijd van je blijven houden" en "je zit voor altijd in mijn hart!" En ik? Ik sprak uit dat ik van je houd, bedankte je voor alles en beloofde dat ik goed op die kleine man zou passen.
"Mevrouw Scheepens, u moet nu écht weg, want de condoleance loopt al uit en er is nog een uitvaart hierna." Ik rechtte mijn rug weer en zei stoer: "Zullen we dan maar lieverd? We moeten nu echt weg." Weer voelde ik dat kinderhandje in de mijne.
Hoe ik hier bovenop moest komen wist ik niet, maar ik wist wel dat het me zou lukken. Rouw gaat niet over, het is een renovatieproces. Maar soms, op bepaalde dagen of onverwachte momenten steekt het weer even de kop op. Ik kijk naar de wolken en zie een zonnestraal. 'Morgen weer een dag', hoor ik mezelf hardop zeggen.
- Gone but not forgotten -
- Gone but not forgotten -
Een reactie posten